De Big Five is een oude jachtterm voor de volgende dieren: olifant, neushoorn, buffel,
leeuw en luipaard. Over deze (en andere) dieren vindt u hier meer informatie.
Eén van de meest indrukwekkende dieren op de aarde is vast en zeker de olifant. Met
zijn grote slagtanden, enorme oren en sterke slurf imponeert hij iedereen. De olifant
is het grootste en langst levende landzoogdier. Hij is bijzonder sterk en heel intelligent.
De Afrikaanse olifant, die u tijdens uw safari onmogelijk kunt missen, is iets groter
dan de Aziatische en heeft veel grotere oren. Een flink Afrikaans mannetje meet meer
dan 3 meter tot aan de schouders en weegt meer dan 5,4 ton. Olifanten leven in groepen
van ca. 10-20, een volwassen mannetje, enkele vrouwtjes en kalfjes. Zowel overdag
als 's nachts trekken ze grazend rond, tot wel zo'n 250 kg per dag verorberend. Een
olifant wordt zo'n 60-70 jaar oud, maar nog ouder komt ook voor.
De Afrikaanse leeuw is vooral aan het eind van de middag actief, u zult ze dus vooral
tijdens uw middag gamedrives tegenkomen. Het zijn territoriale dieren, dit wil zeggen
dat ze hun leefgebied afbakenen. Een familiegroep bestaat doorgaans uit 1 tot 3 mannetjes
en 10 tot 15 vrouwtjes en babyleeuwtjes. Zij kunnnen zo een gebied van 40 - 400 km2
onder controle houden. U zou het niet zeggen, maar als ze jagen leveren hun aanvallen
4 van de 5 keer niets op.
De Afrikaanse buffel wordt vaak onderschat. Dit indrukwekkende, machtige dier heeft
een gewicht tot wel 800 kilogram. Hun grote, scherpe hoorns en hun soms aggresieve
natuur, vooral als ze de vrouwjes beschermen, zijn vaak gewoonweg gevaarlijk. Mannetjes
trekken er soms alleen op uit, maar doorgaans ziet u een kudde met zo'n honderd dieren.
Ook buffels bakenen hun gebied af, u treft ze meestal in de buurt van water, vooral
in het droge seizoen.
De luipaard wordt nogal wel eens verward met de cheeta. Luipaarden zijn echter zwaarder
en hebben een breder gezicht. De luipaard leeft het grootste deel van de tijd alleen,
binnen een vast omlijnd territorium. Alleen de paartijd en de periode dat de vrouwtjes
jongen hebben vormen uitzonderingen hierop. Net als andere vertegenwoordigers van
de katachtigen markeert de luipaard de grenzen van zijn territorium met urine en
voorziet hij bomen van krabsporen. Territoria van mannetjes zijn groter dan van de
vrouwtjes en snijden vaak die van één of meer vrouwtjes. Gewoonlijk jaagt de luipaard
in de ochtend- en avondschemering. De luipaard maakt jacht op een groot aantal diersoorten,
van bavianen, knobbelzwijnen en middelgrote antilopen tot kleine zoogdieren en vogels.
Er zijn twee soorten neushoorns: de witte en de zwarte. De witte is de meest voorkomende
soort in Afrika. Het is één van de meest bedreigde diersoorten want vooral Aziaten
denken dat de hoorn als medicijn of liefdesdrankje veel waard is. Neushoorns kunnen
slecht zien, ruiken echter des te beter, u moet ze dan ook van de wind af benaderen.
Buiten de paringstijd leven ze alleen en kunnen ze behoorlijk gevaarlijk zijn met
hun gewicht van drieduizend kilogram of meer. Echt dichtbij komt u dan ook niet,
en met hun grijze kleur zijn ze soms moeilijk zichtbaar. Een goede telelens is dus
handig.
Het nijlpaard is het grootste in zoetwater levende zoogdier. Het brengt het grootste
deel van zijn leven in het water door. 's Nachts verlaten nijlpaarden het water om
te grazen. Ze leven in Afrika, ten zuiden van de Sahara tot Namibië en Zuid-Afrika.
Hij verblijft het liefst in rivieren of meren van grassteppen. Een nijlpaard is een
groot en zwaar dier, dat zo'n tweeduizend kilo weegt. Hij heeft een massieve kop
met een omvangrijke bek, die zo'n 50 cm breed is, en uitgerust is met een indrukwekkend
aantal tanden en kiezen. Ieder nijlpaard legt 's nachts een aantal kilometers af,
op zoek naar voedsel. Wanneer hij zijn buik gevuld heeft met gras en fruit, kuiert
hij gewoon terug langs hetzelfde pad, naar het water, om daar te dutten en suffen.
U kunt de zebra door zijn zwart-witte strepen niet missen. Er bestaan drie verschillende
soorten zebra's. Dit zijn de Steppen-zebra, de Grevy-zebra en de Berg-zebra. Zebra's
zijn planteneters. Ze eten vooral verschillende soorten gras, schors, blaadjes, knoppen
en wortels. Hun maag en darmen kunnen erg goed de nuttige stoffen uit het eten halen.
Daarom kunnen zij beter in gebieden met weinig voedsel leven dan andere Afrikaanse
kuddedieren. Zebra's leven meestal in kleine groepjes. De meeste groepjes bestaan
uit een mannetje en een aantal vrouwtjes. Eenzame mannetjes leven ook wel alleen
of in groepjes met elkaar. Het grootste deel van de dag zijn zebra's bezig met het
zoeken naar eten. Wanneer er weinig te vinden is, zijn ze zelfs dag en nacht op zoek.
In het wild wordt een zebra ongeveer 25 jaar oud.
De giraf is een bijzonder opvallend dier met zijn ongewone nek en wonderlijke lichaamsbouw.
Behalve zijn zeer opvallende lichaam, is ook zijn kleurrijke vacht een typisch kenmerk.
Giraffen leven in gezinsverband. Zo’n gezin bestaat uit een mannetje, met meerdere
wijfjes. Meestal brengen giraffen één of twee jongen ter wereld. Wanneer een giraf
zich over de Afrikaanse vlakte beweegt, lijkt het wel of u een vertragende film bekijkt,
maar in werkelijkheid ligt de snelheid toch zeer hoog: ongeveer 60 km per uur. Omdat
een giraf lange poten heeft, is het zeer moeilijk voor hem om te drinken. Om deze
reden spreidt hij zijn poten, om zo gemakkelijker met zijn snuit aan het water te
komen. Om te kunnen eten en drinken gebruikt hij vooral zijn tong, die wel 45cm uit
zijn bek kan komen. Een half uurtje slaap per nacht volstaat voor de giraf, meer
heeft hij niet nodig. Hun slaaphouding lijkt sterk op die van een vogel: ze leggen
zich neer, en draaien hun hals in een bocht naar achteren, waardoor de kop kan rusten
op de romp.
Krokodillen behoren tot de oudste diersoorten, maar zijn in de loop van de evolutie
nauwelijks veranderd. De 22 erkende soorten zijn de grootste, nu levende reptielen.
Ze worden gekenmerkt door hun direct herkenbare, hagedisachtige uiterlijk, hun huidbedekking
van hoornige schubben en hun enorme krachtige kaken met gemeen uitziende, sterke
tanden. Deze dieren leven in de warmere gebieden van de wereld. Krokodillen worden
gewoonlijk verdeeld in drie families: echte krokodillen, alligators (waaronder kaaimannen)
en de gaviaal. Alle krokodillen leven in de buurt van water: een moeras of drassig
gebied, een plas, een meer of een langzaam stromende rivier. Gewoonlijk brengen krokodillen
de nacht door in het water en liggen ze overdag op de oevers in de zon te bakken.
Tijdens de heetste uren van de dag liggen ze in de schaduw of glijden ze weer het
water in om af te koelen. Op dat tijdstip heeft u ook de meeste kans ze te zien.
Antilope is de naam die wordt gegeven aan verscheidene holhoornige hoefdieren, die
voornamelijk in Afrika leven. Alle antilopen hebben gemeen dat het lichtgebouwde,
elegante dieren met kleine gespleten hoeven zijn. Ze kunnen zeer hard rennen, en
enkele soorten behoren tot de snelste landdieren. De meeste soorten leven op de steppen
en savannen van Afrika, Arabië, Centraal-Azië en India. Er zijn echter ook soorten
die leven in woestijnen of in dichte regenwouden. De familie der holhoornigen is
onderverdeeld in zes onderfamilies. Vijf van deze onderfamilies bevatten soorten
die tot de antilopen behoren. Dit zijn de: Cephalophinae (duikers), Hippotraginae
(grazende antilopen: onder andere impala, de gnoes, hartenbeest, bontebok, de oryxen,
sabelantilope en waterbok), Antilopinae (echte antilopen: onder andere de gazellen,
Indische antilope, springbok, gerenoek, saiga, klipspringer en de dikdiks) en Pantholopinae
(de Tibetaanse antilope of chiroe).
Het woord cheeta komt van het Hindoestaanse woord "chita" wat "de gevlekte" betekent.
Het meest opvallende aan de cheeta zijn de markeringen die over zijn gezicht lopen,
vanuit de ooghoeken naar beneden. Deze lijnen beschermen zijn ogen tegen de zon wat
handig is tijdens het jagen. Alles in het lichaam van de cheeta is gebouwd op snelheid.
Zijn lichaam is slank, hij heeft een kleine kop met kleine oren in vergelijking met
de rest van zijn lichaam en zijn benen zijn lang met niet intrekbare klauwen. Daardoor
heeft de cheeta in scherpe bochten en bij hoge snelheid meer grip op de grond. De
cheeta heeft een zeer flexibele ruggengraat die hem in staat stelt ontzettend grote
sprongen te maken. Normaliter jagen cheeta's vroeg in de morgen of vroeg in de avond.
Dit heeft te maken met het feit dat het midden op de dag vaak te warm is om te jagen.
Steeds meer echter wordt de cheeta gedwongen op het heetst van de dag te jagen. Dit
omdat competitie om prooi door afname van levensgebied feller wordt. Door in de middag
te gaan jagen, hoopt de cheeta sterkere dieren zoals leeuw en hyena te ontlopen.